28 juni 2010 - Bron: NVM
Donderdag 24 juni is tijdens het Nationaal Congres Leegstand en Herbestemming in Amersfoort het H-team geïnstalleerd, bestaande uit zeven prominenten uit de wereld van de herbestemming. Duco Stadig, oud-wethouder van de gemeente Amsterdam, zal het H-team voorzitten.
Leegstaande gebouwen in Nederland, het worden er steeds meer. Naast de bijna 7 miljoen vierkante meter leegstaande kantoren, komt er dagelijks wat bij: één boerderij per dag, twee kerken per week, één klooster per maand. De wenselijkheid tot herbestemmen wordt dan ook steeds groter. Immers, herbestemming biedt veel kansen voor het onderbrengen van woningen, bedrijvigheid, zorgfuncties en culturele functies. Herbestemmen zorgt voor economische impulsen en een mooi en compact Nederland. Vandaar dat ook de Rijksbouwmeester en het college van Rijksadviseurs herbestemming bepleit.
Nationaal Programma Herbestemming
De oprichting van het H-Team is een actie vanuit het Nationaal Programma Herbestemming dat door het Rijk wordt opgezet vanuit de modernisering monumentenzorg en het architectuurbeleid. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed faciliteert dit programma. De Rijksdienst ondersteunt als kenniscentrum dit programma met middelen en menskracht.
H-Team
De overige leden van het H-team zijn Jean Baptiste Benraad, Arno Boon, Helen van Duin, Wessel de Jonge, Marinke Steenhuis en Rudy Stroink. Het H-team zal de komende jaren met regelmaat van zich laten horen. Vanuit de praktijk zal men analyseren welke problemen er zijn met herbestemming en deze agenderen.
Het team heeft een vinger aan de pols van het herbestemmingsvraagstuk in Nederland en vraagt publiekelijk aandacht voor het onderwerp. Tevens zoekt het H-team aansluiting bij andere maatschappelijke thema's zoals duurzaamheid en demografische ontwikkeling zoals krimp.
Rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed Wim Eggenkamp: 'Herbestemming is ook een culturele opgave, zeker waar het gebouwen en terreinen betreft die een belangrijke cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen. Of gebouwen die de status van gemeentelijk of rijksmonument hebben of onderdeel zijn van een beschermd gezicht. Dat vraagt om extra maatwerk waarbij heden en verleden op een goede manier verbonden worden. Dus niet snel nieuwe functies zoeken en deze in een oud gebouw 'proppen', maar gewetensvol, met aandacht voor bestaande kwaliteiten en cultuurhistorische waarden. Dan nutten we herbestemming optimaal uit en leveren we bovendien een bijdrage aan een mooier Nederland.'
dinsdag 29 juni 2010
Geen verplichte asbestvrijverklaring voor huizen
23 juni 2010 - Bron: NVM
Demissionair VROM-minister Tineke Huizinga ontkent geruchten dat er een verplichte 'asbestvrijverklaring' komt voor te verkopen huizen. "Dat is slechts een optie die voorkwam in een rapport van de provincie Noord-Holland", aldus de bewindsvrouw.
Wel gaat het ministerie een integraal plan van aanpak van asbest maken. Ze noemt asbest een 'sluipmoordenaar'. Recent bleek uit onderzoek dat er niet 500, zoals werd aangenomen, maar jaarlijks 1400 mensen sterven aan de gevolgen van inademing van asbest. Huizinga gisteren in de Tweede Kamer: "Er zal nu ernst worden gemaakt met een pakket maatregelen waaraan diverse ministeries meewerken." Als het aan haar ligt, komt zo'n plan er dit najaar nog. "Ik wil een nieuw kabinet echter niet met een precies tijdstip opzadelen."
Het gebruik van asbest levert grote risico's voor de gezondheid op. VROM is samen met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor regelgeving voor asbest. Asbest, de verzamelnaam voor in de natuur voorkomende materialen, is in het verleden veel gebruikt in bijvoorbeeld woningen vanwege de goede eigenschappen: het is sterk, slijtvast, isolerend en goedkoop en bestand tegen logen, zuren en hoge temperaturen.
Het Rijk wil dat er beter en strenger toezicht wordt gehouden op de verwijdering van asbest, zodat er minder gevaar is voor mens en milieu. Met gemeenten heeft het Rijk eerder dit jaar al duidelijke afspraken gemaakt om het toezicht op de asbestverwijdering structureel te verbeteren. Ook moet er door gemeenten harder opgetreden worden tegen illegale asbestverwijdering. De ontwikkeling van een Asbestvolgsysteem, aanpassing van de regelgeving, stringenter toezicht op bedrijven en betere handhaving op overtredingen moeten ervoor zorgen dat de asbestregels beter worden nageleefd.
Demissionair VROM-minister Tineke Huizinga ontkent geruchten dat er een verplichte 'asbestvrijverklaring' komt voor te verkopen huizen. "Dat is slechts een optie die voorkwam in een rapport van de provincie Noord-Holland", aldus de bewindsvrouw.
Wel gaat het ministerie een integraal plan van aanpak van asbest maken. Ze noemt asbest een 'sluipmoordenaar'. Recent bleek uit onderzoek dat er niet 500, zoals werd aangenomen, maar jaarlijks 1400 mensen sterven aan de gevolgen van inademing van asbest. Huizinga gisteren in de Tweede Kamer: "Er zal nu ernst worden gemaakt met een pakket maatregelen waaraan diverse ministeries meewerken." Als het aan haar ligt, komt zo'n plan er dit najaar nog. "Ik wil een nieuw kabinet echter niet met een precies tijdstip opzadelen."
Het gebruik van asbest levert grote risico's voor de gezondheid op. VROM is samen met de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk voor regelgeving voor asbest. Asbest, de verzamelnaam voor in de natuur voorkomende materialen, is in het verleden veel gebruikt in bijvoorbeeld woningen vanwege de goede eigenschappen: het is sterk, slijtvast, isolerend en goedkoop en bestand tegen logen, zuren en hoge temperaturen.
Het Rijk wil dat er beter en strenger toezicht wordt gehouden op de verwijdering van asbest, zodat er minder gevaar is voor mens en milieu. Met gemeenten heeft het Rijk eerder dit jaar al duidelijke afspraken gemaakt om het toezicht op de asbestverwijdering structureel te verbeteren. Ook moet er door gemeenten harder opgetreden worden tegen illegale asbestverwijdering. De ontwikkeling van een Asbestvolgsysteem, aanpassing van de regelgeving, stringenter toezicht op bedrijven en betere handhaving op overtredingen moeten ervoor zorgen dat de asbestregels beter worden nageleefd.
woensdag 16 juni 2010
Slaapkamer is niet alleen om in te slapen
juni 2010 - Bron: Ons Huis
De slaapkamer wordt steeds meer een volwaardige leefruimte in het huis. Althans, volgens Jessica Sterk van J&M Products. Waar de slaapkamerdeur vroeger dicht bleef en de ruimte puur bedoeld was om te slapen, daar wordt er tegenwoordig ook gewerkt, televisie gekeken en gelezen.
En dus besteedt men meer aandacht voor de aankleding ervan, ook van het bed; dat is immers het meest gezichtbepalende element van de ruimte. Hotels lopen wat dit betreft volgens Sterk voorop. Onder de merknaam Sterk levert Jessica Sterk artikelen die helpen het `hotelkamergevoel` te creëren. Sterk verkoopt geen hoeslakens of dekbedovertrekken, maar alleen de extra accessoires zoals sierkussens, bed-ends en bed-covers.
Volgens Sterk staat of valt de verkoop van accessoires met de presentatie ervan. Bedtextielaccessoires worden `erbij` verkocht. De showroom speelt dus een belangrijke rol. De accessoires zijn dan ook niet alleen geschikt voor de directe verkoop, Sterk richt zich ook op de verkoop aan partijen die showrooms hebben. Sierkussens, plaids en spreien zijn dan immers uitermate geschikt om bijvoorbeeld een beddenafdeling mee aan te kleden.
De slaapkamer wordt steeds meer een volwaardige leefruimte in het huis. Althans, volgens Jessica Sterk van J&M Products. Waar de slaapkamerdeur vroeger dicht bleef en de ruimte puur bedoeld was om te slapen, daar wordt er tegenwoordig ook gewerkt, televisie gekeken en gelezen.
En dus besteedt men meer aandacht voor de aankleding ervan, ook van het bed; dat is immers het meest gezichtbepalende element van de ruimte. Hotels lopen wat dit betreft volgens Sterk voorop. Onder de merknaam Sterk levert Jessica Sterk artikelen die helpen het `hotelkamergevoel` te creëren. Sterk verkoopt geen hoeslakens of dekbedovertrekken, maar alleen de extra accessoires zoals sierkussens, bed-ends en bed-covers.
Volgens Sterk staat of valt de verkoop van accessoires met de presentatie ervan. Bedtextielaccessoires worden `erbij` verkocht. De showroom speelt dus een belangrijke rol. De accessoires zijn dan ook niet alleen geschikt voor de directe verkoop, Sterk richt zich ook op de verkoop aan partijen die showrooms hebben. Sierkussens, plaids en spreien zijn dan immers uitermate geschikt om bijvoorbeeld een beddenafdeling mee aan te kleden.
vrijdag 11 juni 2010
Zonneboilers leveren meer op
11 juni 2010 - Bron: Gawalo-VKL Journaal
Zonneboilers blijken meer op te leveren dan van tevoren werd gedacht. Het rendement is toegenomen dankzij hogere temperaturen, meer zonuren en technische ontwikkelingen. Waar volgens het Agentschap NL sinds 2001 voor fabrikanten van zonneboilers de NPR 7976-norm gold, is deze in november 2009 aangepast naar de nieuwe omstandigheden.
Volgens Ivo Blezer, adviseur Duurzame Energie bij Agentschap NL, is de aanpassing er gekomen omdat gedurende het afgelopen klimaatjaar de zon meer is gaan schijnen en het ook warmer is geweest dan tijdens het eerdere referentieklimaatjaar. Voor zonneboilers wordt uitgegaan van reeksen van vijf jaar. Hiervoor wordt gekeken naar de gemiddelde temperatuur en het aantal zonuren. Omdat de temperatuur is toegenomen, evenals het aantal zonuren, leveren zonneboilers een surplus van zo`n 10%.
Voor zowel huidige eigenaren van zonneboilers als voor nieuwe gebruikers kan dit voordelen opleveren. Het subsidiebedrag voor zonneboilers hangt immers af van de jaaropbrengst. Die jaaropbrengst wordt gemeten in Gigajoule (GJ). Voor de subsidie geldt: hoe hoger het aantal Gigajoules, hoe hoger de subsidie die de gebruikers krijgen.
Zonneboilers blijken meer op te leveren dan van tevoren werd gedacht. Het rendement is toegenomen dankzij hogere temperaturen, meer zonuren en technische ontwikkelingen. Waar volgens het Agentschap NL sinds 2001 voor fabrikanten van zonneboilers de NPR 7976-norm gold, is deze in november 2009 aangepast naar de nieuwe omstandigheden.
Volgens Ivo Blezer, adviseur Duurzame Energie bij Agentschap NL, is de aanpassing er gekomen omdat gedurende het afgelopen klimaatjaar de zon meer is gaan schijnen en het ook warmer is geweest dan tijdens het eerdere referentieklimaatjaar. Voor zonneboilers wordt uitgegaan van reeksen van vijf jaar. Hiervoor wordt gekeken naar de gemiddelde temperatuur en het aantal zonuren. Omdat de temperatuur is toegenomen, evenals het aantal zonuren, leveren zonneboilers een surplus van zo`n 10%.
Voor zowel huidige eigenaren van zonneboilers als voor nieuwe gebruikers kan dit voordelen opleveren. Het subsidiebedrag voor zonneboilers hangt immers af van de jaaropbrengst. Die jaaropbrengst wordt gemeten in Gigajoule (GJ). Voor de subsidie geldt: hoe hoger het aantal Gigajoules, hoe hoger de subsidie die de gebruikers krijgen.
donderdag 10 juni 2010
Dorp en stad gaan steeds meer op elkaar lijken
8 juni 2010 - Bron: Trouw
Het voorzieningen niveau in dorpen en steden gaat steeds meer op elkaar lijken. Ten opzichte van een eerdere meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2005 groeide het aanbod van winkels, sportscholen, banken en horecagelegenheden in landelijke gemeenten sneller dan in de grotere steden.
Stedelingen kunnen op dit moment per 100.000 inwoners gebruikmaken van gemiddeld 1.188 voorzieningen, tegenover 1.159 in plattelandsgemeenten. In 2005 ging het nog om respectievelijk 1.257 en 1.143 voorzieningen. Het CBS verstaat onder landelijk gebied gemeenten met minder dan 1.000 adressen per vierkante kilometer. De stijging van het voorzieningenniveau in de kleinere gemeenten wijst overigens niet per definitie op een toenemende populariteit van de plattelandseconomie. `In sommige landelijke gebieden is sprake van een afname van de bevolking. Daar wordt hetzelfde aantal voorzieningen nu gedeeld door een kleiner aantal mensen`, aldus een woordvoerder van het CBS.
Waar in de plattelandsgemeenten vooral het aantal aanbieders van diensten op het gebied van persoonlijke verzorging in het oog sprong, viel in de steden de afname van de horeca op. Het aantal winkels voor levensmiddelen liep zowel in de steden als in de dorpen terug.
Het voorzieningen niveau in dorpen en steden gaat steeds meer op elkaar lijken. Ten opzichte van een eerdere meting van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in 2005 groeide het aanbod van winkels, sportscholen, banken en horecagelegenheden in landelijke gemeenten sneller dan in de grotere steden.
Stedelingen kunnen op dit moment per 100.000 inwoners gebruikmaken van gemiddeld 1.188 voorzieningen, tegenover 1.159 in plattelandsgemeenten. In 2005 ging het nog om respectievelijk 1.257 en 1.143 voorzieningen. Het CBS verstaat onder landelijk gebied gemeenten met minder dan 1.000 adressen per vierkante kilometer. De stijging van het voorzieningenniveau in de kleinere gemeenten wijst overigens niet per definitie op een toenemende populariteit van de plattelandseconomie. `In sommige landelijke gebieden is sprake van een afname van de bevolking. Daar wordt hetzelfde aantal voorzieningen nu gedeeld door een kleiner aantal mensen`, aldus een woordvoerder van het CBS.
Waar in de plattelandsgemeenten vooral het aantal aanbieders van diensten op het gebied van persoonlijke verzorging in het oog sprong, viel in de steden de afname van de horeca op. Het aantal winkels voor levensmiddelen liep zowel in de steden als in de dorpen terug.
woensdag 2 juni 2010
Hogere hypotheek voor energiezuinig huis
21 mei 2010 - Bron: Agentschap NL
Autoriteit Financiële Markten (AFM) biedt de mogelijkheid tot hogere hypotheek voor energiezuinige huizen.
AFM stelt dit in het kader van het nieuwe toetskader voor hypotheekverstrekking aan banken. Het is de bedoeling dat de nieuwe norm begin 2011 ingaat. In de tussentijd kunnen banken al aan de slag met de regeling.
Energiezuinige huizen
Goed geïsoleerde, energiezuinige huizen hebben lagere energiekosten. Daarom vindt de AFM het aanvaardbaar een hoger krediet te verstrekken aan eigenaren van woningen met minimaal energielabel A. Hiermee wordt de energetische prestatie van een huis direct gelinkt aan de woonlasten.
Meer financiering voor energiebesparing
Verder is nu een hogere hypotheek mogelijk wanneer de extra financiering wordt gebruikt voor energiebesparende maatregelen. Energiebesparing speelt zo een rol in de kredietverlening en krijgt daarmee een financiële impuls. In opdracht van Agentschap NL uitgevoerd onderzoek door NIBUD lag aan de basis van van dit voorstel van de AFM.
Dat de nieuwe regelingen meer vrijheid biedt om hogere hypotheken te verstrekken betekent niet automatisch dat banken dit ook doen.
Autoriteit Financiële Markten (AFM) biedt de mogelijkheid tot hogere hypotheek voor energiezuinige huizen.
AFM stelt dit in het kader van het nieuwe toetskader voor hypotheekverstrekking aan banken. Het is de bedoeling dat de nieuwe norm begin 2011 ingaat. In de tussentijd kunnen banken al aan de slag met de regeling.
Energiezuinige huizen
Goed geïsoleerde, energiezuinige huizen hebben lagere energiekosten. Daarom vindt de AFM het aanvaardbaar een hoger krediet te verstrekken aan eigenaren van woningen met minimaal energielabel A. Hiermee wordt de energetische prestatie van een huis direct gelinkt aan de woonlasten.
Meer financiering voor energiebesparing
Verder is nu een hogere hypotheek mogelijk wanneer de extra financiering wordt gebruikt voor energiebesparende maatregelen. Energiebesparing speelt zo een rol in de kredietverlening en krijgt daarmee een financiële impuls. In opdracht van Agentschap NL uitgevoerd onderzoek door NIBUD lag aan de basis van van dit voorstel van de AFM.
Dat de nieuwe regelingen meer vrijheid biedt om hogere hypotheken te verstrekken betekent niet automatisch dat banken dit ook doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)